Dakpan historie

Laatst bijgewerkt: 27-12-2025


Definitie

De geschiedenis van dakpannen omvat de evolutie van dakbedekkingsmaterialen, voornamelijk van gebakken klei of gevormd beton, die op hellende daken worden toegepast om deze water- en winddicht te maken.

Omschrijving

De historie van dakpannen gaat terug tot de oudheid, waar de eerste terracotta dakpannen tussen 700 en 630 v.Chr. in Griekenland verschenen, voornamelijk voor overheidsgebouwen en tempels. De Romeinen introduceerden de dakpan vervolgens in West-Europa. Deze vroege dakbedekking bestond uit vlakke onderpannen (tegula) en halfronde afdekpannen (imbrex), waarvan de monnik- en nonpannen zijn afgeleid en nog steeds op oude gebouwen te zien zijn. Na de val van het West-Romeinse Rijk raakte de kennis van dakpannen tijdelijk in onbruik en werden daken weer voornamelijk met organische materialen zoals stro en riet bedekt. In de Middeleeuwen, met name vanaf de 13e eeuw, kwam de dakpan echter terug, gestimuleerd door stadsbranden die leidden tot voorschriften voor onbrandbare dakbedekking in steden als Brugge en Gent.

Historische Ontwikkeling van Dakpansoorten

Na de monnik- en nonpannen ontstond rond 1500 in Vlaanderen en Holland de gegolfde holle pan, ook bekend als de Hollandse of Vlaamse pan. Deze pan verminderde het gewicht van de dakbedekking door minder overlapping te vereisen. In de 19e eeuw leidde de mechanisatie van de productie tot de ontwikkeling van beter sluitende modellen en een grote typologische verscheidenheid. Hieruit kwamen onder andere de Verbeterde Holle (VH) en later de Opnieuw Verbeterde Holle (OVH) pannen voort, die door extra kop- en zijsluitingen de waterdichtheid en windvastheid verder verbeterden. Regionale varianten zoals de Zwolse quackpan, Oegstgeester pan, Lucas IJsbrandpan, Helderpan, en de platte en gegolfde Friese pan ontstonden door lokale klei en bakmethodes.

Materialen en Productieprocessen door de Eeuwen heen

Oorspronkelijk werden dakpannen gemaakt van gebakken klei, waarbij de rode kleur te danken was aan ijzeroxide in de klei. Kleurvariaties werden verkregen door technieken zoals 'smoren' (luchttoevoer afsluiten na het bakproces voor blauwgrijze pannen) of het toevoegen van metaaloxiden voor glazuurlagen. Glazuren verbeterden niet alleen de esthetiek, maar ook de waterdichtheid van de pannen. Tot ver in de 19e eeuw werden pannen handmatig geproduceerd in mallen. Met de industriële revolutie deed de mechanische productie zijn intrede, wat resulteerde in een gelijkmatiger uiterlijk en betere sluitingseigenschappen. Vanaf het midden van de 19e eeuw kwamen ook cementsteendakpannen (gemaakt van portland- of slakkencement) en later betonnen dakpannen op, als alternatief voor keramische pannen.

Gebruikte bronnen:

Bronnen:

Joostdevree | Agriwiki